zondag 26 januari 2014

Ik denk veel aan de toekomst, want het is daar dat ik de rest van mijn leven zal doorbrengen.



 Het bovenstaande model is van Argyris en Schon, twee wetenschappers die zich hebben bezig gehouden met leren in en door organisaties. Volgens mij is het nu de kunst om van single-loop learning de stap te zetten naar double-loop learning. Het zou best kunnen dat allerlei onderliggende aannames die wij hebben, die richting geven aan hoe wij ons werk doen, achterhaald zijn of bijgesteld moeten worden omdat onze doelgroep veranderd is, de markt veranderd is, het toekomstbeeld veranderd is, wij zelf wel of niet veranderd zijn en misschien is het een mix van al deze factoren bij elkaar die ons uitdagen om na te denken over ons onderwijs en daarmee onze organisatie en ons werk.

Het pro-team overleg van 27 januari is komen te vervallen. In de plaats van het overleg heb ik jullie gevraagd om van de vrij gekomen tijd één uur te reserveren, dit is een richtlijn om dat uur in te vullen. 

Veertien collegae maal één uur is de input voor een volgend overleg. In dat overleg gaan wij onder andere met deze input aan de slag. Wat moet er concreet uitkomen?


  •  Input voor onze visie op onderwijs in de propedeuse

  •  Input voor de vraag: “wat gaan wij/jij anders doen in het onderwijs in het collegejaar 2015 – 2016?”

Ik wil je vragen om: 

  •  OMA (overtuigingen, meningen en aannames) thuis te laten en met een open geest na te denken.

  • · Te kijken naar:












Neem dat uur en begin met een muziekje:




Bij nadenken over verandering raak ik, uiteraard, geïnspireerd door autosport. Pagani, een Argentijnse auto-ontwerper heeft zich na de bouw van de Zonda (eerste model) ten doel gesteld om de ultieme supercar te bouwen. Eén van de eisen was: geen ontsierende spoilers op de auto, zonder spoilers zal een supercar echter snel het luchtruim kiezen. In het ontwerp zijn vervolgens technieken uit de luchtvaartindustrie gebruikt om de wegligging te optimaliseren. Dezelfde technieken die er voor zorgen dat een vliegtuig bij een bepaalde snelheid het luchtruim kiest. 

Deze verhandeling zou met gemak de volgende 3 pagina’s kunnen beslaan, het punt is dat het belangrijk is dat wij over onze eigen grenzen durven te kijken en ‘anders’ durven te denken.

Terug naar het onderwijs denk ik aan:

“wat betekenen de inzichten van Hans van Driel voor ons onderwijs?”

 “hoe kunnen wij meer met studenten in plaats van voor studenten ons onderwijs maken?”

 “hoe kunnen wij technology enhanced learning toepassen in ons onderwijs?”

“moeten wij met het oog op life long learning en 21st century skills accenten gaan verleggen in ons onderwijs?”

 “hoe kunnen wij feedback een meer prominente rol geven in ons onderwijs?”

 “kunnen wij meer differentiëren in ons onderwijs?”

 Kortom voldoende vragen om mee aan de slag te gaan. Je kunt als je aan het nadenken bent over onderwijs dit op vele niveaus bekijken; afzonderlijke onderdelen, propedeuse in zijn totaliteit, inhoud, vorm en didactiek. Alle input is welkom, de inhoud zal uiteraard voor een belangrijk deel bepaald worden op basis van het nieuwe landelijke competentieprofiel leisuremanagement.

De vorm waarin je de uitkomst van één uur nadenken aanlevert is vrij mits het digitaal is. Ik zal vervolgens kijken hoe alle bijdragen teruggekoppeld kunnen worden naar het team. Het is natuurlijk het mooiste als je reageert op deze post op ons blog;-)

2 opmerkingen:

  1. Zwervend langs je blogs zie ik vele modellen en lees ik grote dure woorden (van alle specialisten die je citeert of op reageert). De essentie is duidelijk. Ergens moet het onderwijs anders en beter (blijkbaar). Of we dat nu 3.0 noemen of niet. Moest denken aan het interview (24 uur met...) dat Theo Maassen afgelopen vrijdag hield met "denker des vaderlands" Rene Gude. De filosoof die vindt dat we te vaak op de toekomst gericht zijn en te weinig op het "hier en gisteren". Maar nu stap ik in dezelfde valkuil van grote woorden. Oftewel, hoe gaan we al die wijze toekomstwoorden concreet en praktisch omzetten in de vernieuwde en verbeterde pak 'm beet Workshop X, deel B, vraag 7c? Dat is iets wat iedere docent/projectbegeleider voor zichzelf zou moeten beantwoorden. Wat wil ik? Op een manier die past bij mijn verhaal en stijl. Net als dat er diverse leerstijlen zijn (onder studenten), zijn er diverse stijlen van lesgeven. Gaan we door met dichtgetimmerde workshops/projectbijeenkomsten (aangeleverd door een competentiegroep) die gelden voor iedereen? Of is er ruimte om de (verplichte) inhoud op hoofdlijnen vast te stellen en de vorm en inhoud (op details) zelf in te vullen? Op een manier waarop de specifieke kwaliteit van de docent wordt benut. En er geen discussie hoeft te ontstaan over de invulling van Workshop X, deel B, vraag 7c. En we gaan leren van elkaars aanpak en kwaliteiten. Misschien zelfs wel in duovorm voor de klas. Want met of zonder enhanced learning technology, studenten aan het leren en denken krijgen is het gezamelijke doel. To be continued. En om ook maar met een citaat te eindigen: "There's no car like the Volvo V70 station car" (Sebastian Vettel).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Peter, mooie aanvulling om voor mezelf verder te kunnen denken over mijn polaroids. Denkruimte.

    BeantwoordenVerwijderen